zaterdag 22 februari 2014

NSA en de afluisterprakijken: De juiste vragen zijn niet aan Plasterk gesteld..

Minister Ronald Plasterk heeft het Kamerdebat op 11 februari over de afluisterpraktijken overleefd. Een motie van wantrouwen kon niet rekenen op een Kamermeerderheid aangezien de coalitie deze minister steunde. De kern van het verhaal gaat over het verzamelen van 1.8 miljoen metadata (informatiee over belverkeer; wie belde met wie) gegevens door de Nederlandse inlichtingendiensten zelf, waar Plasterk in de uitzending van Nieuwsuur (2014) nog zei dat de Amerikanen dit hebben verzameld en hij ontkende dat de Nederlandse inlichtingendiensten de verzamelde telefoongegevens aan de NSA heeft verstrekt. Nu blijkt dat dit wel het geval is en dat de Minister hier weet van had of tenminste geweten moest hebben. De vragen die in het Kamerdebat in februari zijn gesteld hadden vooral betrekking op hoe de Minister de plank zo mis kon slaan. Op basis van welke gegevens ontkende hij dat de Nederlandse inlichtingendiensten deze gegevens hebben gedeeld met de Amerikanen? Hij had het toch moeten en kunnen weten.

Echter er werd voorbij gegaan aan een ander relevante vraag; Waarom was de Minister niet eerlijk? Volgens Plasterk zelf heeft hij aannames gedaan en was hij slordig. Maar heeft hij een reden om te verbergen dat NL deze gegevens heeft gedeeld? Waarschijnlijk wel, aangezien hij niet eerlijk is geweest. Het is namelijk ongebruikelijk dat dit soort gegevens worden gedeeld met buitenlandse inlichtingendiensten.
Merkwaardig genoeg is noch door de oppositie noch de media de vraag gesteld: Waarom zijn deze gegevens überhaupt gedeeld met de Amerikanen? Hoe gaat dit in de toekomst aangepakt worden?
Zijn dergelijke situaties eerder voorgekomen? 

Eveneens zijn nadere gegevens over de metadata onbekend; wel is bekend dat het gaat om belgegevens buiten Nederland. Waarschijnlijk gaat het zowel om Nederlanders die in het buitenland wonen als om gegevens van buitenlanders (Midden-Oosten). Minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert zei dat deze gegevens zijn verzameld om te voorkomen dat er aanslagen worden gepleegd op Nederlandse militairen in het buitenland  en om Nederland tegen terrorisme te beschermen. Hiermee kan de discussie weer gevoerd worden over de afweging tussen het recht op privacy en het gevaar voor terrorisme. Behalve dat Plasschaert zich eerder als Kamerlid voor de VVD sterk maakte voor het recht op privacy kan je je afvragen of onze politici onder het mom van 'terrorismegevaar' onze privacy zomaar kunnen aantasten. Wordt er immers niet iets te snel geroepen dat het allemaal in het belang van onze veiligheid is en tegen de gevaren van terreur.

Het verhaal van 1,8 miljoen metadata is door Edward Snowden onthuld; niet alleen NL maar diverse andere Europese landen hebben hetzelfde gedaan. Ook heeft Snowden naar buiten gebracht dat de Paus en Merkel door de Amerikanen worden afgeluisterd. Opmerkelijk is dat Merkel de Amerikanen niet van een felle reactie heeft voorzien; verder dan een statement dat het de vertrouwen in de Amerikanen schaadt, kwam ze niet.
Hoewel Snowden belangrijke onthullingen heeft gedaan, lijkt het vooralsnog niet de boze en schokkende reacties teweeg te brengen waar sommigen op hebben gehoopt. De publieke opinie realiseert nog onvoldoende het belang van onze privacy.